DOKKUM – De Granaet 1 heeft zaterdag 4 oktober geschiedenis geschreven door te promoveren naar de overgangsklasse. Het is voor het eerst in de clubgeschiedenis dat het vlaggenschip van de Dokkumer korfbalvereniging dit niveau bereikt. Onder leiding van de tactisch sterke en motiverende trainer/coach Nathan Sprey werd in de veldcompetitie van de 1e klasse overtuigend het kampioenschap behaald.

 

Met nog één speelronde te gaan was de titel al binnen. In een sterke poule met DTL 1, De Wâlden 1 en Vlug & Vaardig/Quick ’21 1 bleef De Granaet de concurrentie knap voor. De cijfers spreken voor zich: in vijf wedstrijden werden vier overwinningen geboekt, met een doelsaldo van +23 (91 doelpunten voor, 68 tegen). De beslissende overwinning volgde afgelopen zaterdag met een klinkende 8-17 winst op De Wâlden.

 

De ploeg draait al langere tijd goed en kende dit seizoen een uitstekende mix van ervaring en jong talent. Markus de Boer, overgekomen van LDODK, ontpopte zich als vaste waarde in de aanval, terwijl Jacob Ruben, die terugkeerde van Mid-Fryslân, opnieuw zijn stempel drukte op het team. Karsten Ettema zorgde zoals altijd voor de nodige doelpunten, en met spelers als Jitze Krol, Arend Mos, aanvoerder Mariska Tuinenga, Iris van Diggelen, Nina Westra, Sanne Smit en Julia Bolhuis beschikt De Granaet over een hechte, uitgebalanceerde selectie.

 

Het bestuur van De Granaet spreekt van een unieke prestatie: “Dit is een historisch moment voor onze vereniging. Nog nooit eerder speelde De Granaet in de overgangsklasse. Dat het kampioenschap behaald is op ons nieuwe kunstgrasveld maakt het extra bijzonder. We zetten korfbal echt op de kaart in Dokkum en omstreken.”

 

De komende weken maakt het team zich op voor de zaalcompetitie, waarin het eveneens uitkomt in de 1e klasse – mét schotklok, wat een spannende strijd belooft te worden. In het voorjaar zal De Granaet 1 vervolgens voor het eerst aantreden in de overgangsklasse. Lijfsbehoud is daarbij de realistische doelstelling, maar de historische promotie smaakt duidelijk naar meer.